Outback Australië

Na de huurauto te hebben ingeleverd vlogen we van Cairns naar Alice Springs, de enige 'grote' stad in de Australische Outback. Met een 2-persoons campertje hebben we ruim 3000 km afgelegd om Ayers rock te bezoeken (mooie wandeling van 11 km om de rots heen) en daarna de weg naar Darwin te nemen in het uiterste noorden van Australië. Overigens kun je goed doorrijden al hadden we net buiten Alice al bijna een aanrijding met een 2 meter grote kangoeroe die ons van ver langs de kant van de weg stond aan te staren en op het laatste nippertje besloot over te steken. Ook is het oppassen voor de 53 meter lange vrachtwagens met 3 opleggers, de zogenaamde 'road trains' die over de lange weg denderen. In sommige delen van de Outback werden we belaagd door honderden vliegen die op ogen, oren, neus en mond willen gaan zitten. Om gek van te worden. We waren in Queensland al gewaarschuwd en onze eerste aankoop in Alice waren twee vliegennetjes. In het tropische noorden wordt de vliegdichtheid geleidelijk minder maar helaas worden ze daar vervangen door legers bloeddorstige muggen. Genoeg geklaagd, we hebben weer schitterende natuur gezien. Een boottochtje op een van de rivieren in het noorden was wel een hoogtepunt met tientallen enorme (tot 6 meter) zoutwaterkrokodillen ('salties') die vanaf de oever de rivier inglijden en met hoge snelheid op de boot afkomen waar ze dan enkele karbonades kunnen verdienen als ze hoog genoeg uit het water springen ('jumping crocodiles'). We waren van te voren bang dat het een soort circus act zou zijn maar het is natuurlijk gedrag van deze beesten om vogels uit de lucht te kunnen grijpen.

In Alice bezochten we de Flying Doctor Services. Ze hadden daar een electronisch scherm met de kaart van Australië waarop de positie van alle 60 vliegtuigen live stond aangegeven. De vliegtuigjes in de lucht waren blauw en bewogen, de bruine stonden aan de grond.
Het hart van Australië is groener en afwisselender dan we dachten.
Van de auto's die we onderweg tegen kwamen, was een groot deel een soort camper. Buitenlanders maar ook veel pensionados, Ausies die een half jaartje door hun land trekken en vaak voor het eerst in de Outback zijn. Ook kom je hier relatief meer Aborriginals tegen dan aan de oostkust. Ze verblijven veelal in parken (al of niet dronken) of rijden in oude auto's rond. Ze hebben een eeuwenoude achtergrond met verhalen over de ontstaansgeschiedenis (dreamtime) van alles, verbeeld in rotstekeningen.
Onze dreamtime vindt plaats op campings waarvan er best veel zijn hier, net als pompstations en roadhouses die behalve een pomp ook een winkeltje en een snackbar hebben.
De campings zijn heel verschillend. Velen hebben een zwembad die pas aantrekkelijk werden naarmate we noordelijker kwamen en het warmer werd. Op elke plek leek een bepaald dier de overhand te hebben. B.v. Wilde muilezels die s'avonds de camping opliepen, dingo's, vleermuizen, walibis en een keer heel veel muggen.
Soms werd er een film gedraaid. Bij Crocodile Dundee herkenden we een uitzichtpunt in het park Kakadu.
Op een andere camping gingen we in het restaurant beef en barra (barramundi, een rivier baars) eten met live muziek waarbij de ene cowboy op gitaar de andere afloste.
Veel boeken hebben we niet gelezen, daar hebben we het te druk voor. De afwikkeling van mijn eigen boek: Een vis in Amerika, heb ik ook nog tussendoor gedaan.
Morgen vliegen we via Singapore naar West Borneo.

We wensen jullie het allerbeste!